Voor goede onderwijshuisvesting die bijdraagt aan de Nederlandse klimaatdoelen, is circulair bouwen essentieel. Zolang de restwaarde van schoolgebouwen niet wordt meegenomen in businesscases en financiering, blijft die meerwaarde onzichtbaar. Een nieuwe generieke landelijke standaard voor het berekenen van circulaire restwaarde, ontwikkeld door Alba Concepts en bbn adviseurs in opdracht van Invest-NL, brengt daar nu verandering in. De methodiek wordt vandaag gepresenteerd tijdens vastgoedbeurs Provada.
De rekenmethodiek circulaire restwaarde is ontwikkeld binnen het Programma Onderwijshuisvesting (POHV), in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en initiatiefnemers Vereniging van Nederlandse Gemeenten, PO-Raad en VO-Raad, met inhoudelijke steun van Ruimte-OK. Het POHV streeft ernaar dat alle schoolgebouwen in Nederland gezond, onderwijs-adaptief, energieneutraal én betaalbaar in gebruik zijn. Circulair bouwen – waarbij producten en materialen zo worden ontworpen dat ze hun waarde behouden en afval wordt geminimaliseerd – is daarvoor het uitgangspunt. Die meerwaarde wordt vaak niet meegenomen in de boekhouding. Hierdoor zijn circulaire scholen op papier nog financieel onaantrekkelijk voor gemeenten en onderwijsinstellingen.
Een uniforme aanpak
Tot nu toe gebruiken verschillende partijen uiteenlopende methodes om circulaire restwaarde in te schatten. Dat maakt vergelijking lastig en belemmert accounting-technische verwerking. De nieuwe circulaire restwaarde-methodiek biedt een objectieve, transparante en breed toepasbare rekenwijze. De methodiek berekent de restwaarde van producten, elementen of modules op basis van de bouwkosten, met aftrek van kosten zoals demontage en transport. Dat maakt de uitkomst controleerbaar én bruikbaar voor uiteenlopende schoolgebouwen. De methodiek wordt inmiddels breed gedragen door financiers, kostenspecialisten en de accountantskantoren.
“Circulariteit wordt pas aantrekkelijk als je aantoonbaar en betrouwbaar kunt laten zien wat de restwaarde is. Deze methodiek maakt de restwaarde van een gebouw tastbaar, berekenbaar en toepasbaar. Dat maakt het verschil voor een financierbare businesscase.” Henk ter Elst, Opgavemanager Duurzaam Veenendaal bij Gemeente Veenendaal.
De meerwaarde van restwaarde
Door de restwaarde al bij aanvang inzichtelijk te maken, kan deze worden meegenomen in zowel de investeringscasus als de financiering. Een belangrijke stap daarin is de rol van een kostenspecialist die deze restwaarde objectief en verifieerbaar vaststelt, zodat accountants deze in de jaarrekening kunnen verwerken. Dit leidt tot zowel lagere kapitaallasten als financieringslasten en maakt circulair bouwen niet alleen duurzamer, maar ook haalbaarder. De methodiek bouwt voort op de succesvolle aanpak die Invest-NL eerder ontwikkelde met VRO voor circulaire flexwoningen.
Oproep aan de markt: doe mee en pas toe!
We roepen marktpartijen op om deze methodiek breed toe te passen. Naast Invest-Nl, Alba Concepts en bbn hebben toonaangevende organisaties verklaard achter de ‘Circulaire Restwaarde Methodiek’ te staan, zoals Cirkelstad, DGBC, KPMG, Deloitte, PwC, EY, Republiq, BCI Gebouw, IGG, Haskoning, Arcadis, Baker Tilly, Draaijer en de gemeentes Heerenveen en Veenendaal. Deze en andere organisaties betuigen hun steun tijdens de presentatie op de Provada-stand van het ministerie van VRO.
Het Programma Onderwijshuisvesting (POHV) is ontstaan vanuit de ambitie dat in 2050 alle schoolgebouwen in Nederland een gezond binnenklimaat hebben en geschikt zijn voor modern en inclusief onderwijs. De gebouwen zijn circulair en modulair gebouwd, (onderwijs)adaptief, minimaal energieneutraal en betaalbaar in de exploitatiefase. Het POHV ontwikkelt een programmatische, integrale aanpak om (voor te bereiden op) het versneld en kwalitatief verbeteren van de verouderde huisvestingsvoorraad. Het programma toont aan wat planmatig en integraal werken oplevert en hoe dit kan worden geïmplementeerd. Het biedt een samenhangende langetermijnvisie op de bouw, het beheer en het onderhoud van het schoolgebouw. Om schoolbesturen, gemeenten en marktpartijen te ondersteunen, ontwikkelt het POHV praktische instrumenten. Denk aan een generiek Programma van Eisen (PvE) en formats voor het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) en het integraal huisvestingsplan (IHP). Goede voorbeelden uit de praktijk worden in co creatie doorontwikkeld tot breed toepasbare standaarden. Het programma stimuleert de verschuiving van ad hoc naar planmatig en van individueel naar collectief handelen. Op basis van praktijkervaringen en actuele wet en regelgeving biedt het POHV concrete kennis, ondersteuning en een lerende community. De kennis en ondersteuningsinfrastructuur die onderdeel uitmaakt van het POHV maakt gebruik van bestaande bronnen en ontwikkelt, waar nodig, nieuwe kennis samen met het werkveld. Opdrachtgever is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, met initiatiefnemers sectorraden PO-Raad en VO-raad, en de VNG. Kenniscentrum Ruimte-OK en Invest-NL vervullen gezamenlijk de rol van programmabureau van het POHV. In 2025 presenteert het POHV, naast de rekenmethodiek circulaire restwaarde, ruim 25 aanvullende tools en standaarden. Bij bewezen effectiviteit worden deze breed beschikbaar gesteld via www.pohv.nl. Samen bouwen we aan toekomstbestendige scholen.