Het schilderwerk aan zowel de eerste als tweede fase van het restauratieproject Landgoed Huis Sevenaer was in de vertrouwde, ambachtelijke handen van Ovink & Wolters uit Deventer. Het bedrijf, deel uitmakend van Wolters Vastgoedonderhoud, dat zich bezighoud met vastgoedonderhoud in de breedste zin van het woord. Projectleider Martin van Bussel heeft in zijn loopbaan al vele monumentale panden gerestaureerd, maar spreekt ondanks dit feit toch van een heel bijzondere opdracht. Ik zie het als een verrijking van mijn vakmanschap.
Die carrière bracht Martin van Bussel onder andere langs Paleis Het Loo, het Anne Frankhuis, het Stadhuis van Groningen en momenteel ook de Westerkerk in Amsterdam. Landgoed Huis Sevenaer kwam in beeld via Koninklijke Woudenberg die het bouwkundige deel voor haar rekening neemt. Martin van Bussel: “We werken regelmatig samen met Koninklijke Woudenberg, onder andere zeer recent in Apeldoorn bij Paleis het Loo. We hebben de buitenschil volledig in oude glorie hersteld. Je komt van alles tegen nadat er jarenlang geen onderhoud gepleegd was. De zon en wind doen hun werk en uiteraard was er ook sprake van houtrot. Toch was het voor mij een openbaring hoe goed geconditioneerd sommige delen nog waren. Alles is zoveel mogelijk traditioneel gerestaureerd. We hebben bijvoorbeeld lijnolieverf toegepast om dezelfde look and feel te bewerkstelligen.”
Ruimte voor ruimte
Fase 1 kreeg een organisch vervolg in de restauratie van het interieur. Martin van Bussel: “Een soort voortvloeisel. Toen ik er voor het eerst naar binnen liep, voelde het als een forse stap terug in de tijd. We hebben ruimte voor ruimte een inventarisatie gemaakt en vervolgens een Plan van Aanpak dat gold voor de monumentale kamers én voor de nieuwe beheerderskamer en het keldergedeelte dat gerenoveerd is met respect voor het authentieke.
De conclusie was dat er sprake was van veel achterstallig onderhoud en dat was niet bepaald opzienbarend. Vele vertrekken waren langere tijd niet gebruikt. De vochthuishouding was niet op peil en ook de zon had hier zijn invloed gehad. Er moest veel gedegradeerd en gereduceerd worden. Naast schilderwerk was ook het nodige behangwerk noodzakelijk. Alles vond en vindt plaats met het idee zoveel mogelijk van het cultureel erfgoed te behouden. In Zevenaar houdt dat onder andere in dat we een bijenvolk in de spouw hebben behouden, schade aan bepaalde deuren weliswaar hebben behandeld maar wel zichtbaar hebben gehouden en dat plafonds in bepaalde ruimten kunstmatig weer verouderd hebben omdat daar altijd houtkachels brandden en gerookt werd.
In het nieuwe deel in de kelders hebben we bijvoorbeeld toiletten aangelegd maar wel met een duidelijke vingerwijzing naar het verleden. Ruimten die in het verleden dienden als strijkkamer en kolenopslag zullen een duidelijke link krijgen naar hun oude bestemming, maar uiteraard voldoen ze wel aan alle moderne eisen.
Je zou de uitvoering het beste kunnen omschrijven als sober, maar doelmatig. In de geest van de oude jonkheer.
Het samenwerken met de vrijwilligers van de stichting en in deze omgeving ervaren we als een verrijking. Het is mooi om te zien hoe betrokken de vrijwilligers zijn en de liefde voor “hun” pand en landgoed voelen warm aan.
Ook is het heel bijzonder om te zien hoe men het landgoed onderhoud en gebruikt. Het vee wordt nog vervoerd met veewagens uit de vorige eeuw en de tractoren en andere werktuigen waarmee men werkt schat ik in op een ouderdom van ruim zestig jaar. Vergeet niet dat de eigenaren hier sinds eind achttiende, begin negentiende eeuw biologische landbouw bezigden. Nog voordat de term was uitgevonden.
Al met al een prachtig project dat we met een maand of drie hopen af te ronden.”
Beeld: Wolters Vastgoedonderhoud